Huis- en busnummering

De afdeling leefomgeving staat in voor het toekennen van nieuwe huisnummers (nieuwbouw) en voor busnummers (appartementen). Bij het afleveren van een bouwvergunning voor nieuwbouw krijg je een formulier voor Infrax.

Enkele praktische richtlijnen

  • Achterliggende bijgebouwen zoals garages, loodsen, schuren, stallen, werkplaatsen en dergelijke worden als aanhorigheden bij het hoofdgebouw beschouwd en worden als dusdanig niet genummerd.
  • In meerwoonsten worden de busnummers op de deuren van de respectievelijke woongelegenheden én op de brievenbussen aangebracht. Het is vereist (indien mogelijk) dat de opstelling van de brievenbussen overeen komt met de indeling van de woongelegenheden binnen het gebouw.
  • Het huisnummer moet uiterlijk aangebracht worden op de dag van de eerste inschrijving. Voor meerwoonsten moeten ook alle busnummers bij de eerste inschrijving aangebracht worden.
     

Toekenning van busnummers

Er wordt voor elke nummering van een appartement gebruik gemaakt van 2 cijfers. Het eerste cijfer heeft betrekking op de verdieping waar het appartement is gelegen.

0 = gelijkvloers
1 = 1ste verdieping
2 = 2de verdieping

Het tweede cijfer heeft betrekking op de nummering van het appartement gelegen op een bepaalde verdieping. Binnen eenzelfde verdieping wordt er genummerd in wijzerzin, beginnend aan de woonentiteit die zich bij het betreden van de hoofdingang (voor het gelijkvloers) of de traphal (voor de verdiepingen) het meest vooraan links bevindt.

Enkele voorbeelden:
34  =  het 4de appartement op de 3de verdieping
02  =  het 2de appartement op het gelijkvloers

Voor de leesbaarheid wordt de nul in het tweede voorbeeld niet vermeld. De weergave hier is dus 2 i.p.v. 02. Indien het appartementsblok in het eerste voorbeeld het huisnummer 20 heeft in de Pastorijstraat is de volledige notatie als volgt: Pastorijstraat 20 bus 34.

Naar top